“E-commerce, geen opvolging, wegwerkzaamheden, parkeertarieven, het circulatieplan … Feit is dat middenstanders ermee ophouden of hun zaak verhuizen naar de stadsrand.”

Met die vaststelling begint een memorandum van de Gentse dekenijen. De verenigingen van middenstanders zeggen 5.000 mensen te vertegenwoordigen, van Drongen en Desteldonk tot de Korenmarkt en de Langemunt. “En dat zijn ook 5.000 kiezers”, klonk het dinsdag in het stadhuis.

“Geen eisen, wel respect”

Opperdeken Geert Maes, die ook de dekenij in de Dampoortstraat leidt, had alle partijen uit de gemeenteraad opgetrommeld om de visie van de Gentse middenstand te laten horen. “Wij zijn apolitiek. Wij zijn ook geen vakbond, we hebben geen eisen. Maar we willen wel samenwerken. We vragen respect.”

Het zijn woelige tijden voor de kleinhandelaars. In Gent, maar ook in heel wat West-Europese steden. Cijfers tonen dat de binnenstad nog redelijk standhoudt. “Maar de leegtes worden ingevuld door koffieshops en pop-upzaken. Allemaal mooi, maar een stad is meer dan horeca.”

Circulatieplan was noodzakelijk

Het circulatieplan kan uiteraard niet ontbreken in het memorandum. De dekenijen doen er geen grote uitspraken over. Maar dat ze geen grote fans zijn, valt tussen de lijnen te lezen. “Er is al veel gezegd. Het is niet onze bedoeling daar nog veel aan toe te voegen. Het is niet aan ons om te wijzen op de soms onlogische knips, de noodzaak aan betere signalisatie en de files op de kleine stadsring.”

Maar de middenstands­verenigingen erkennen ook dat het plan “een noodzaak was om de mobiliteit in Gent in andere banen te leiden”. “Dat de almacht van de wagen aan banden dient gelegd, is een understatement.”

Veeg uit de pan

Fietsers krijgen ook een veeg uit de pan. “De slinger mag niet de andere kant uitslaan. Fietsers dienen óók het verkeersreglement te volgen, ondanks hun vermeende almacht.”

De dekenijen vragen van het volgende stadsbestuur meer inspraak, extra budget voor de eindejaarsverlichting en voor promotie, en “niet al te bruuske regulering door de overheid”.

Invalsstraten redden

Hun grootste bezorgdheid is de toekomst van de klassieke invalsstraten, genre Dampoortstraat, Dendermondsesteenweg, Wondelgemstraat en Bevrijdingslaan. Dat zijn de straten waar de commerciële leegstand het hoogst is.

“De leegstand en verloederde aanblik zijn er veel duidelijker”, zegt Maes. “De diversiteit is groter, maar de gemoedelijke integratie niet altijd succesvol. Als we deze straten niet helemaal willen opgeven, moeten we de neerwaartse spiraal stoppen. Alle hulp is meer dan welkom.”

Voor het eerst in de geschiedenis heeft de Gentse opperdekenij een memorandum opgemaakt voor de politici, naar aanleiding van de verkiezingen. “Wij zijn a-politiek en hebben dus alle partijen uitgenodigd om kennis te nemen van onze standpunten”, zegt opperdeken Geert Maes. “Gent telt nog steeds vijftig dekenijen, en het is nog steeds ons doel goed nabuurschap na te streven, de handel te versterken, en noodlijdenden te helpen. Daarom hebben we acht actiepunten opgesteld. Zo willen we bijvoorbeeld ook eindejaarsverlichting voor de sociale dekenijen. We willen respect in de vorm van logistieke ondersteuning en snelle feedback op vragen, eerder dan een dankwoord in een speech. We willen inspraak, of minstens info, bij werken of veranderingen in onze buurten. En we willen een nieuw convenant voor de volgende legislatuur.” Alle standpunten van de opperdekenij staan uitgebreid op www.opperdekenij.be. (VDS)